Motorrijders die aan de rand van een rijstrook rijden worden lang niet altijd goed opgemerkt door de adaptieve cruise control. Dat blijkt uit onderzoek van de RDW. In veel gevallen moest er worden ingegrepen om een aanrijding te voorkomen. De Dienst Wegverkeer waarschuwt automobilisten daarom alert te blijven bij het rijden met rijhulpsystemen.
Het onderzoek van de RDW werd uitgevoerd op verzoek van de Motorrijders Actie Groep (MAG), de Koninklijke Motorrijders Vereniging (KNMV) en de Federation of European Motorcyclists’ Associations (FEMA). Zij maken zich, naar nu blijkt terecht, zorgen over de zichtbaarheid van motorfietsen voor voertuigen met dit soort innovatieve rijsystemen.
Steeds meer auto’s zijn namelijk uitgerust met geavanceerde rijhulpsystemen als het Advanced Driver Assistance System (ADAS) en adaptieve cruise control. Beiden worden gezien als voorlopers voor het volledig autonoom rijden.
ADAS en adaptieve cruise control
ADAS helpt bestuurders, door middel van camera’s aan de voor- en achterzijde van de auto, onder meer bij het onvrijwillig verlaten van de rijbaan, het maken van een noodstop en het inparkeren. De adaptieve cruise control houdt op zijn beurt omliggende voertuigen in de gaten en zorgt ervoor dat de auto op een vooraf ingestelde afstand blijft van de voorligger. Juist dit systeem blijkt motorrijders die aan de rand van een rijbaan rijden niet goed te registreren.
De test van de RDW is op het eigen testcentrum uitgevoerd met verschillende auto’s. Daarbij is gericht gekeken naar het verschil tussen het opmerken van auto’s en motorfietsen door het systeem op verschillende plaatsen op de rijstrook. Het probleem is overigens niet onbekend bij autofabrikanten. Zo wordt in de meegeleverde handleidingen specifiek gewaarschuwd voor dit soort situaties.