De Hilversumse flitspaal was in zes maanden tijd goed voor meer dan duizend bekeuringen voor mensen die nog net even voor een aanstormende trein langs wilden. Maandelijks zijn er volgens de NS landelijk bijna 370 bijna-aanrijdingen bij overwegen en dat kost de spoorwegen tijd en geld. Overigens flitst de spoorwegcamera niet echt, maar het camerasysteem analyseert de beelden en slaat bij mogelijke overtredingen de beelden op om door een opsporingsambtenaar te worden bekeken. Voetgangers en fietsers gaan overigens ook niet vrijuit; boa’s controleren vaker dan voorheen bij overwegen.